Blijf op de hoogte!
Meld je aan voor onze e-mail nieuwsbrief
"*" geeft vereiste velden aan
ZWconnect stond drie jaar geleden aan de wieg van een inmiddels succesvolle samenwerking in de regio Gouda. Drie zorgorganisaties sloegen de handen ineen met flexorganisatie VariantZorg om meer grip te krijgen op de inhuur van zzp’ers en uitzendkrachten. Nu drie jaar later maken we de balans op met Christiaan Kaminski, directeur van VariantZorg, over de successen en uitdagingen van deze samenwerking en de rol van VariantZorg hierin.
“Wij zijn een flexorganisatie en doorontwikkeld als MSP (manage service provider). Wij zijn 13 jaar geleden binnen Fundis opgericht vanuit de gedachte dat ieder bedrijf zijn eigen expertise moet ontwikkelen. We hebben 500 medewerkers in loondienst en daarnaast bemiddelen we zo’n 800 zzp’ers richting onze opdrachtgevers. Ook zijn wij het inkoopkanaal van alle externe flex. Juist doordat we de volumes kunnen bundelen, kunnen we scherp onderhandelen met externe leveranciers. Uiteindelijk zorgen we voor de optimale verdeling van mensen of middelen binnen onze opdrachtgevers.”
“Wij geloven erin dat alle zorgverleners zelf hun werk moeten kunnen inrichten. Bij ons kun je flexibel werken, terwijl we soms opdrachtgevers zien die roosteren met één roostervrije dag per week. Wij plannen jouw werk óm jouw privéleven heen. Als Varianter ben je als flexibele kracht onmisbaar om de zorg te continueren, maar onvoldoende aanwezig om evv-taken en teamrollen te vervullen. Dat zijn specifieke usp’s die onze opdrachtgevers hebben, waar ook weer een markt voor is.
Je ziet dat veel verschillende zorgverleners in bepaalde fases van hun leven behoefte hebben aan iets anders. Een professional met jonge kinderen kan meer behoefte hebben aan flexibiliteit, terwijl een oudere zorgprofessional juist het teamgevoel belangrijk vindt. Wij willen dus die flexibiliteit kunnen bieden en zijn er scherp op dat we de verschillen in usp’s omarmen. Als we allemaal net iets anders aanbieden aan onze zorgverleners, kan iedere zorgverlener zelf kiezen welke organisatie in deze levensfase het beste past. Als iemand uiteindelijk overstapt omdat er een nieuwe levensfase aangebroken is, is dat prima want diegene blijft in ieder geval behouden voor de sector.”
“Ja, maar ik denk dat we ook de AVG tegen ons hebben. Jaren geleden was er een experiment in Brabant, waarbij vier zorgorganisaties hun uitstroomgegevens met elkaar vergeleken. Ongeveer 80 procent van de uitstroom per bedrijf werd rondgepompt in die regio. Toen zijn ze al gaan kijken naar regionaal werkgeverschap. Ze zijn een pilot gestart met detachering. Ze decimeerden daarmee het totale verloop, juist door op een andere manier samen te werken. Daar geloven wij nu ook in bij de regionale samenwerking die we zijn aangegaan. Die samenwerking is gebaseerd op zzp’ers en uitzendkrachten.
Een van de belangrijkste doelstellingen hiervan, naast de financiële, is om de kwaliteit te verbeteren. Als zzp’ers bij ons niet meer aan de slag kunnen, kunnen ze zich een dag later aanmelden bij andere bedrijven in de regio. Wij hebben gevallen gehad van zorgverleners die niet kwamen opdagen en dus een cliënt lieten zitten. Wij nemen dan afscheid van diegene. Ik vind het niet kunnen dat zij met die instelling een dag later bij een ander bedrijf hetzelfde kunnen doen. Daar zijn we nu dus slagen in aan het maken.”
“ZWconnect inventariseerde drie jaar geledende flexwensen vanuit de V&V-tafel Midden-Holland. Twee partijen hielden een pitch, waaronder wij. De andere gegadigde had een IT-oplossing waarbij alleen zzp’ers bemiddeld konden worden. Ik geloof er echter niet in dat je dit optimaal kunt doen als je niet ook de regie hebt op de inhuur van externe zzp’ers en uitzendkrachten. Ons idee was dus om dit in één hand onder te brengen en dan echt grip te pakken. Wij begonnen drie jaar geleden met de rechtstreekse bemiddeling van zzp’ers. Inmiddels hebben we een bestand van 800 zzp’ers opgebouwd. Daarvan werkt 90 procent via onze eigen bemiddelingsconstructie, waarmee wij de inzet van externe bemiddelaars die tussen de 10 en 14 procent ‘fee’ rekenen hebben kunnen verminderen. Die zijn uiteraard niet blij met ons, maar het is goed om te zien dat we zorggeld hebben kunnen behouden binnen de zorgorganisaties. En we het kunnen uitgeven waarvoor het bedoeld is: de cliëntzorg.”
“De eerste drie partijen zijn inmiddels gecontracteerd en geïmplementeerd en wij regelen voor hen dus de eigen zzp’ers en externe flex. De organisaties waarmee we nu werken geven aan dat zij vooral de tariefvoordelen die wij meteen hebben gerealiseerd bij hun bestaande leveranciers als prettig ervaren. Als ik soms zie wat commerciële partijen durven te vragen en waarmee ze wegkomen, dan praat je over verschillen van 5 tot 10 euro per uur. Waar wij 13 jaar geleden bij die partijen aanklopten of we zaken mochten doen, hebben we dit inmiddels kunnen omdraaien met de volumes die wij nu hebben. Wij leveren meer dan 500.000 uur per jaar en kunnen dus ook grote volumes inkopen als de partijen kunnen leveren. We geven hen mee dat ze mogen leveren op onze voorwaarden, gebaseerd op de algemene inkoopvoorwaarden in de zorg en niet onder de vaak eenzijdige voorwaarden die zij willen afspreken.”
“Uitbreiding is mogelijk. Ik geloof wel in gereguleerde toetreding. Daarmee bedoel ik dat ik landelijke initiatieven zie die een vrije toetreding hebben, maar ik geloof erin dat wij de levering aan onze bestaande opdrachtgevers moeten kunnen garanderen. Dat betekent dat een bestaande opdrachtgever dus niet ten koste mag gaan van een nieuwe. Als er een nieuwe opdrachtgever is die 400 medewerkers van ons wil ‘hebben’, betekent dat dat ik de helft van mijn poule niet kan inzetten voor het huidige bestand. Dan zullen wij altijd kijken hoe zij hun flex nu hebben ingeregeld en of wij bestaande contracten kunnen overnemen om zowel de bestaande als de nieuwe opdrachtgevers optimaal te kunnen bedienen.”
“Er hangen natuurlijk donkere wolken boven het zzp-dossier. Onlangs werd bekend dat het ministerie van Sociale Zaken de wet VBAR uitstelt tot 1 januari 2026. De Belastingdienst ziet echter geen reden om niet te handhaven vanaf 2025. Wat ik mis in deze discussie is dat zzp’ers nu als het grote kwaad worden gezien, terwijl de wetgeving zich baseert op de definitie van arbeid die is opgesteld in 1907. Inmiddels is er natuurlijk wel iets veranderd in de behoeften van mensen en zijn 1,2 miljoen Nederlanders zzp’er. In plaats van gehoor geven aan de behoeften van mensen, gaan we ze hiermee dus proberen te remmen.
Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de huidige zzp’ers de detachering in gaat wanneer het zzp-schap aan banden wordt gelegd. Dan worden deze mensen een stuk duurder omdat er 21 procent btw bovenop komt. We lossen dan een arbeidsmarktvraagstuk op door een financieringsprobleem te creëren waar we niet uit gaan komen. Zorgorganisaties hebben deze ruimte van 21 procent namelijk niet. Bij ons geldt daarnaast dat een zzp’er gemiddeld goedkoper is dan iemand in rechtstreekse loondienst.
Verder denk ik dat het makkelijk is om af te geven op zpp’ers, terwijl dit fenomeen door de traditionele zorgorganisaties bijna zelf gecreëerd is. Ik ben het er wel mee eens dat veel zzp’ers in de zorg geen ondernemer zijn. Zij zijn alleen gestopt met werken bij zorgorganisaties uit frustratie over de inrichting van hun werk. In de media wordt gezegd dat zzp’ers de krenten uit de pap kiezen. Wij zien dat we op zaterdag en zondag 28,8 procent van onze diensten invullen, dus 2/7e deel van alle diensten. Door de vrijheid die wij zorgverleners geven, zien we dat de bereidheid om in de weekenden te werken toeneemt.”
“Ik denk juist des te meer. Op het moment dat het zzp-schap verboden wordt, moeten die zzp’ers toch ergens heen. Momenteel onderzoeken we welke alternatieven we deze groep kunnen bieden, om te kunnen blijven werken op de wijze waarop zij willen blijven werken binnen de bestaande wet- en regelgeving. Dan is het juist belangrijk dat we dit doen voor al onze opdrachtgevers en ze een nieuwe propositie kunnen aanbieden. We denken daarbij ook aan manieren van regionaal werkgeverschap. Op die manier komt een zzp’er weliswaar in loondienst, maar kan diegene nog steeds kiezen bij welke organisatie hij of zij wil werken. Het zou zonde zijn als ieder bedrijf dit voor zichzelf gaat organiseren met de daarmee gepaarde ontwikkel-, advies- en implementatiekosten. Ik zie het als mijn taak om die wet- en regelgeving bij te houden en opdrachtgevers vervolgens tijdig te informeren en adviseren.”
“Als ik kijk naar de pitch die we destijds hielden, was onze boodschap dat je eigen zzp’ers, externe zzp’ers en externe uitzendkrachten integraal bij één partij moet beleggen. Dat vraagt meer vertrouwen van deelnemers dan wanneer je puur een zzp-platform zou oprichten. Het is ons in de regio gelukt om op basis van vertrouwen iedereen over zijn eigen schaduw heen te laten stappen en de samenwerking te starten, ondanks dat partijen dit best wel spannend vonden. Omdat wij onderdeel zijn van Fundis, kan natuurlijk de opvatting heersen dat wij deze organisatie voortrekken. Ik geloof er echter niet in dat zorgverleners te sturen zijn. Zij kiezen voor een opdrachtgever die hen goed behandelt. Met de externe partijen hebben we dus het vertrouwen kunnen creëren dat we zorgverleners niet sturen. Hoe meer opdrachtgevers wij hebben, hoe meer keuze de zorgverleners heeft. En bij hoe meer bedrijven zij werken, hoe meer ervaringen over de bedrijfsvoering zij kunnen meenemen naar andere organisaties. Daarmee gaat de kwaliteit van de zorg omhoog en worden excessen verminderd.”
"*" geeft vereiste velden aan